Geplaatst op Geef een reactie

Te tutteren of niet te tutteren, dat is de vraag

tutteren

Baby’s zijn zulke tutteraars. Ze willen maar de hele dag iets in de mond hebben om op te sabbelen en zuigen. Mensen hebben het daar moeilijk mee, soms. Ze voelen zich een fopspeen als dat iets hun tepel moet zijn. Moeders zeggen het ook regelmatig: ‘mijn kind gebruikt mij als fopspeen’. Ik vind dat een vreemde, omgekeerde voorstelling van zaken. Net als in die reclame voor een bepaalde mascara, die je wimpers eruit zal laten zien alsof ze valse wimpers zijn. Domme ik, die altijd dacht, dat als je al iets vals hebt in of aan je lijf, dat je dat zou willen verbergen, net doen alsof het echt is. Niet doen alsof echt vals is.

Enfin, tutterende baby’s dus. Binnen het rijk (eigenlijk de klasse) der zoogdieren horen mensen bij de dragers. Onze soort, homo sapiens, heeft een manier van zogen en zorgen die het nodig maakt dat onze jongen voortdurend in contact zijn met het menselijke lichaam dat voor koestering, veiligheid en voedsel zorgt, ongeveer in die volgorde. We zien datzelfde zoog- en zorggedrag terug bij de ons omringende families van primaten Wiki,  de hominoidea ofwel mensapen Wiki . De moeders dragen hun jong tijdens de zwangerschap en nog een flinke poos daarna. De jongen gaan, naarmate ze groter worden, zoetjesaan steeds vaker en steeds verder van de moeder vandaan,  maar komen nog lange tijd regelmatig terug naar de veilige haven van moeders armen.

Ik heb nu een paar maal de term zoog- en zorggedrag laten vallen. Ik heb het met name niet over voeden of borstvoeding, maar over een complex van gedragingen, waarvan het drinken of zuigen aan de borst een onderdeel is; het effectieve zich voeden is daar weer een onderdeel van. Wat ik daarmee wil zeggen is dat borstvoeding niet in de eerste plaats eten geven is. Borstvoeding betekent al helemaal niet ‘voedsel’ of  ‘melk’. Dat deel duiden we aan met ‘moedermelk’ en het is maar een klein, hoewel niet ondergeschikt, onderdeel van het hele zoog- en zorgcomplex. Borstvoeding geven is dus pertinent iets heel anders dan eten geven.

Stress is voor niemand gezond, maar voor een zuigeling is het regelrecht gevaarlijk. Het verhoogt zijn bloeddruk, ontregelt zijn ademhaling en hartslag, verlaagt zijn zuurstof saturatie en bovenal wakkert het zijn ontstekingsmechanismen aan en dat zorgt voor ziekte en verstoring in zijn lichaam en geest. Een zuigeling heeft zelf nog niet de mogelijkheid ontwikkeld om zelf stress te voorkomen en, als er stress is, die te verminderen, te reguleren. Een zuigeling is afhankelijk van co-regulatie voor al zijn emoties en voor het functioneren van zijn leefsystemen.

En dus willen baby’s altijd bij hun moeder zijn, haar borst veilig dicht in de buurt houden (in de mond is de veiligste en zekerste plaats) en protesteren ze heftig als ze ergens alleen worden gelaten. Andere primaten moeders en mensenmoeders in veel andere culturen weten dat en leggen hun kind niet weg, maar dragen het met zich mee. Ondertussen doen ze gewoon hun ding. Apenkindjes kunnen zichzelf vasthouden, mensenkindjes kunnen in een of ander draagsysteem worden vastgehouden. Zo kan moeder haar ding doen, is haar baby bij haar en tevreden. Moeder is moeder en doet moederdingen. Ze is geen box of wipstoeltje en al helemaal geen speen. Boxen, wipstoeltjes en fopspenen zijn armoedige substituten voor moeder, net als poedermelk een nog armzaliger substituut is voor haar melk. Het vervangt immers alleen maar, min of meer dan toch, de voeding in haar melk, niet al die andere dingen. Wat een armoe. Net valse wimpers die echt moeten lijken en echte wimpers die vals moeten lijken. Wat een getutter.

PS: Lees vooral ook deze column van Stefan Kleintjes op Kenniscentrum Borstvoeding: Column of geen column? over wat een column eigenlijk is en tot doel heeft. Veel van de blogs op deze pagina’s zijn ook columns of blogs met column eigenschappen.

 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.