Geplaatst op Geef een reactie

Stresstest

stresstest

Peuters van één en twee jaar zouden al moeten worden getest op stress. Want kinderen die in hun eerste levensjaren last hebben van chronische stress, hebben op latere leeftijd grotere kans op gezondheidsklachten, zoals een burn-out. Dat schrijft het AD. „We leven op een tijdbom”, stelt het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ). Het centrum wil het stresshormoon opsporen bij kinderen onder de drie jaar om eerder te kunnen ingrijpen.

(Bron) Gelukkig had ik al eens een blog over dit onderwerp geschreven. Eerder verschenen in 2015

Vandaag (april 2015) was mijn zoon hier om me te helpen met wat computerdingen. We hadden het ook over het waarom van de  frequente crashes die ik had. Hij beloofde een keer met zijn broer een hele dag te komen om die computer eens helemaal grondig te onderzoeken. Een grondige anamnese afnemen, het gedrag observeren en wat tests door te lopen. Hij noemde het stresstests: Kijken hoe het apparaat werkt als de druk op het vermogen wordt opgevoerd en of die stresstest anders uitkomt als je een of meerdere onderdelen verandert. Het is ontzettend leuk om je eigen volwassen kind zo enthousiast en geëngageerd bezig te horen over zijn vak (nu, ja, één van zijn vakken, hij studeert inmiddels al weer voor wat anders, verwant, maar anders). En het is ook fascinerend om te zien hoe zijn vak en het mijne eigenlijk veel op elkaar lijken op punt van problemen oplossen. We moeten allebei eerst het probleem definiëren, vervolgens een anamnese opnemen, observaties uitvoeren en soms wat tests draaien (als ik een baby op mijn vinger laat zuigen is dat ook een soort test) om er achter te kunnen komen waar de wortel van een probleem ligt, om er dan vervolgens een oplossing op los te kunnen laten.

Grote verschil natuurlijk dat hij werkt met apparaten en kunstmatige intelligentie, en ik met mensen met menselijke intelligentie. Maar een menselijk lichaam is in essentie natuurlijk ook een apparaat: het is ontworpen en gebouwd om op een bepaalde manier te functioneren, daarbij gebruik makend van intelligente communicatie tussen de verschillende onderdelen. Ze hebben beide voedsel nodig, bescherming tegen de elementen en tegen ziekteverwekkers en energie, veel energie. Ik denk dat het grootste verschil is dat een computer, vooralsnog, geen gevoel heeft en geen emoties en een mens wel, groot en klein gelijk. En kijkend in mijn vakgebied heeft stress veel meer te maken met de belasting van die emoties en gevoelens, dan met het fysieke functioneren. Voor veel moeders lijkt het eerste deel van de reis met een kind een voortdurende stresstest op psycho-emotioneel vlak. Voor veel kindjes wordt het dat ook, omdat de adviezen die hun ouders in onze tijd en omgeving krijgen met betrekking tot hun voeding en verzorging over het algemeen volkomen in tegenspraak zijn met wat zij op grond van hun biologische blauwdruk verwachten. (Zie onderaan de aanvulling op dit thema naar aanleiding van het recente nieuws over stress bij peuters)

stresstestBoeken vol zijn er geschreven over baby’s, hun voeding en verzorging, maar geen van die vele boeken schijnt uit te gaan van hoe een mensenkind biologisch gezien zou moeten opgroeien en zich ontwikkelen en hoe adviezen over voeding en verzorging dat zouden kunnen volgen. Meestal volgen die boeken een arbitrair setje regeltjes, gebaseerd op weet-ik-wat, maar nooit op wat een kind werkelijk nodig heeft. Veel baby gebruiksaanwijzingen ontstaan al doende in de vorm van fotoboeken met bijschriften, waarin moeders verslag doen van hun wel en wee met de kleine. Vroeger was dat relatief makkelijker, omdat opvoeden ten eerste niet iets was waar ouders helemaal alleen voor stonden, meestal was er een groter vangnet van naaste familieleden en buren die met raad en daad terzijde konden staan. Men had ook minder keuzes te maken, omdat opvoedingsmethodes minder ter discussie stonden, het was makkelijker de mainstream te volgen en daarmee de overtuiging dat je het goed deed als ouders.

Tegenwoordig is er meer bekend, over de kinderlijke ontwikkeling er zijn meer stromingen in het denken over opvoeding, het eigen ik en de de eigen persoonlijke ontwikkeling worden als belangrijker gezien; kortom er valt meer te kiezen en men wil ook bewuster kiezen. Het maakt het er allemaal niet makkelijker op, vooral niet omdat (aanstaande) ouders nog steeds niet over alle nodige informatie beschikken, vaak niet weten dat er meer en betere informatie voorhanden is. Men kan dus niet echt goede keuzes maken, omdat er onvoldoende informatie is.

niet gehinderd door enige vorm van kennisDat geldt voor de opvoeding, voor de verzorging en voor de voeding van zuigelingen en peuters. De informatie is er wel -”The Truth is Out There”, net als bij de oude TV serie X-files- maar ze blijkt voor veel ouders helemaal nog niet beschikbaar of bereikbaar te zijn. Of men denkt dat het allemaal onzin is, alien en UFO geklets. Ik blijf dus maar informatie rondstrooien op elke manier die ik me bedenken kan.

Aanvulling november 2018

Het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ) Stelt dat peuters moeten worden getest op stress tijdens consultatiebureau bezoeken. Want stress is een grote risicofactor voor later in het leven. Stress in de baby en peutertijd kan grote problemen veroorzaken inzake gedrag en schoolprestaties om maar wat te noemen. Daar hebben ze helemaal gelijk in, in die risico’s, dat is al langer bekend. Maar waarom dan testen of het kwaad al geschied is en niet proberen het vóórkomen van stress te voorkómen? Leer de cb-mensen liever eens kritisch naar hun eigen adviezen te kijken, en met hen de mensen rondom de zorg voor zwangerschap, baring en kraambed.

De hele persoonlijkheidsontwikkeling in de eerste paar levensjaren staat in het teken van veiligheid en vertrouwen op basis van gezonde hechting. Een gezonde hechting komt tot stand door dichte lichamelijke nabijheid en sensitief, responsief ouderschap. In de eerste weken of maanden volstaan de ouders als primaire hechtingsfiguren, daarna kunnen er een paar bijkomen, maar niet te veel. Volgens zijn biologische blauwdruk verwacht een kind de voortdurende fysieke nabijheid van een ander mens, liefst die met de melk, maar een ander mag ook. Uitgebreider ouderschapsverlof, verdeeld over beide ouders, kan ervoor zorgen dat kinderen dit krijgen en dat kan al voor een grote stressreductie zorgen.

Aanvulling april 2020

Sinds de Covid 19 pandemie in Nederland heeft geleid tot vergaande maatregelen die ook diep ingrijpen in het persoonlijke leven van alle burgers, is de hoeveelheid stress in gezinnen sterk toegenomen. Stress door angst, gevoed door een haast evengrote pandemie van informatie via alle denkbare kanalen en stress door beperkingen in het dagelijks leven, inclusief een gedwongen 24/7 nabijheid van mensen de in het gewone leven grotere perioden niet dicht bij elkaar opeen zitten. In het begin leek het nog wel leuk-spannend, een avontuur, maar na zo’n 3-4 weken begint het op te breken. En die stress van de ouders slaat over op de heel kleine kinderen, die nog geen weet hebben van wat er gaande is, maar heel goed merken dat er iets gaande is. Deze stress kan voor deze kinderen tot problemen nu leiden (zoals slecht en onrustig drinken en slapen), maar ook tot de problemen waarover dit blog gaat. Daarbij komt dat de begeleiding door de zorg die als normaal werd beschouwd (kraamzorg, consultatiebureau, allerlei soorten therapie, kinderopvang, …) nu minder of niet beschikbaar is en ouders dus in hun eentje met deze problemen moeten leren omgaan. Laat het niet doorsudderen als het niet meer gaat, maar trek ergens aan de bel, en nog ergens anders en nog weer ergens anders, tot je ergens een zorg- of hulpverlener vindt, die je wel wil of kan helpen, desnoods op afstand.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.