Geplaatst op 1 reactie

Dr WHO?

dr. who

Googlen op WHO levert verrassende resultaten, met als belangrijkste onder elkaar de Wereldgezondheidsorganisatie en de rockband. En ook nog dr. Who. Dr WHO?

THE WHO

 

De dokter (Star Trek)

 

 

David Tennant als The Doctor in Dr Who

Mijn eigen associatie is Dokter Who, de Britse langlopende TV serie over een magische buitenaardse superheld die simpelweg met ‘’De Dokter’’ wordt aangeduid. Een andere fictieve personage die alleen onder die naam werkt is het holografische medische noodprograma uit de TV serie Ster Trek: Voyager. Afgezien van de rockband (die je eerder hoofdpijn geeft dan je ervan geneest) hebben al die WHO’s en dokters iets medisch, iets herstellends of voorkomends. De startrekdokter gebruikt zijn zeer uitgebreide computerprogramma’s en Dokter Who zijn magische schroevendraaier. De WHO gebruikt wetenschappelijk onderzoek, dat ze zelf uitvoeren, of analyses van onderzoeken van anderen.

Bij de WHO of Wereldgezondheidsorganisatie denken veel mensen aan de Derde Wereld, alsof het gaat om de Derde-wereld-gezondheidsorganisatie. Dat is een wijdverbreid misverstand. In de berichtgeving ligt de nadruk weliswaar op de gebieden waar de gezondheidstoestand het meest opvallend belabberd is, maar ook voor mensen in rijke landen gelden hun aanbevelingen. In mijn vakgebied geldt dat net zo goed als op al die andere. De risico’s van geen borstvoeding liggen in alle gebieden net even anders. Zo is infectie door onvoldoende hygiëne in onze contreien een wat minder groot risico dan daar waar nauwelijks water is, laat staan schoon water, en ook weinig middelen om alles goed uit te koken. Ondervoeding is in die andere landen een groot probleem, bij ons is dat eerder overvoeding. Maar zelfs bij calorische overvoeding, kunnen kinderen deficiënties hebben van andere stoffen als zij geen borstvoeding krijgen.

De risico’s in Derdewereldlanden vallen meer op, omdat ze vrij acuut optreden. Westerse kindjes die kunstvoeding krijgen hebben ook vrij directe gevolgen. Zo zijn ze gemiddeld genomen vaker ziek, met name vaker verkouden, hebben vaker middenoorontstekingen en last van de spijsvertering. Dat komt zo vaak voor, dat het na enkele generaties kunstgevoede kinderen als normaal wordt gezien dat kinderen om de haverklap niet lekker zijn of vrijwel altijd wel wat buikpijn hebben of snotterig zijn. Veel van de risico’s die kinderen lopen als ze geen, weinig of kort borstvoeding krijgen, spelen pas op de lange termijn. Het wordt dan erg moeilijk om dat verband te zien, net zoals we dat ook merkten in de tijd dat roken nog gewoon was. Toch is het bewijs uit onderzoek groeiend en sterker wordend dat wat je als baby eet en hoe je wordt verzorgd invloed heeft op je gezondheid de rest van je leven.

The Doctor (Doctor Who) geneest superhelden die de fout zijn ingegaan

Met andere woorden, wat je als ouders kiest als voeding, verzorging en opvoeding is niet zozeer een persoonlijke keuze, niet iets ‘’wat wel bij jou moet passen’’, maar een keuze voor meer of minder kansen op een gezond leven voor het kind waarvoor je verantwoordelijk bent. Ouders zijn geen superhelden en ze kunnen niet alles, maar ze kunnen wel goede keuzes maken. Goede keuzes maken is geen garantie op gezondheid en geluk voor je kinderen, maar het geeft ze wel de beste mogelijkheden. Zelfs superhelden kunnen in ongelukkige situaties terecht komen en steken laten vallen, dus ouders ook. Als we maar wel proberen zo goed als we maar kunnen te beginnen.

Gelukkig staan ouders niet alleen. De WHO heeft een aantal programma’s opgezet die ouders kunnen helpen bij het maken van goede keuzes. Een van die programma’s is het BFHI (Baby Friendly Hospital Initiative (‘’Zorg voor Borstvoeding’’ in Nederland), dat ziekenhuizen en andere personen en instellingen die zich bezighouden met baring en kraambed (en later ook consultatiebureaus) zich laten scholen en borstvoeding begeleiden op basis van wetenschappelijke kennis. Het werkt niet perfect, maar maakt wel een verschil.

De Code

CodeEen ander belangrijk programma is de Code voor de marketing van vervangingsmiddelen van moedermelk. Dat is een gedragscode, die in sommige landen geheel of gedeeltelijk is omgezet in wetgeving, die ervoor moet zorgen dat borstvoeding niet weggeconcurreerd wordt door reclame van kunstvoedingsfabrikanten en leveranciers van flessen en spenen. Het verbiedt uitdrukkelijk niet het gebruik van of informatie over kunstvoeding, maar slechts de reclame ervoor. Er zijn nu eenmaal omstandigheden waar geen andere alternatieven voorhanden of geschikt zijn dan kunstmatige zuigelingenvoeding. In die gevallen is goede informatie van doorslaggevend belang. Reclame is geen goede informatie.

1 gedachte over “Dr WHO?

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.