Geplaatst op Geef een reactie

Alcohol en zo

alcohol en zo

Alcohol en zo in combinatie met borstvoeding is een beladen onderwerp, het is hier en daar ook een lichtelijk beneveld onderwerp. Er doen veel kletspraatjes de ronde en moeders worden vaak onnodig bang gemaakt. Vaak denkt men dat de regels voor zwangerschap onverminderd gelden voor borstvoeding en dat is een grote misvatting. Over alcohol en andere genotmiddelen en andere ongewenste toevoegingen aan moedermelk.

(c) 2012, 2016, 2021: C. G. A. van Veldhuizen-Staas, NLG

Zwangerschap

Alcohol is niet gezond voor een mens, maar met name niet voor een kind. Hoe jonger het kind, hoe minder zijn lever in staat is de alcohol af te breken en hoe meer schade de alcohol doet aan de hersenen en de lichamelijke ontwikkeling. Prenatale blootstelling aan alcohol kan leiden tot het foetaal  alcoholsyndroom (FAS), met zowel lichamelijke als psychische symptomen. Er is geen veilige ondergrens voor alcoholconsumptie tijdens de zwangerschap, dus daarvoor geldt een eenvoudig en eenduidig advies om volledig af te zien van alcoholgebruik.

Borstvoeding

Tijdens de borstvoeding periode liggen oorzaken en gevolgen genuanceerder en bestaat de mogelijkheid om het drinken van alcohol en het voeden van het kind van elkaar te scheiden. Een belangrijk verschil tussen zwangerschap en borstvoeding is dat de baby tijdens de zwangerschap exact evenveel alcohol in zijn bloed heeft als zijn moeder. Het ongeboren kind drinkt via de placenta elk glas van zijn moeder mee.

In moedermelk zit precies evenveel alcohol als in het bloed van de moeder en het is even snel in en uit moedermelk als in en uit het bloed van de moeder. Er zijn aanwijzingen dat vrouwen tijdens de borstvoedingsperiode alcohol sneller verteren dan vrouwen die geen borstvoeding geven. Zij hebben daardoor iets lagere alcoholwaarden in hun bloed na evenveel consumptie, maar de effecten die zij merken van alcohol blijven wel gelijk.

Melkproductie

Oudere onderzoeken leken aan te geven dat bier, meer waarschijnlijk het graan of de hop waarvan het wordt gemaakt, de melkproductie stimuleert. Nieuwer onderzoek toont echter aan dat alcohol de afgifte van oxytocine vermindert, waardoor er minder melk beschikbaar komt. Regelmatige alcoholconsumptie zou door die structureel lagere afname van melk kunnen leiden tot een geleidelijk teruglopen van de totale melkproductie.

Kinderen drinken in de uren na alcoholconsumptie minder melk uit de borst. Dat kan een voordeel en een nadeel zijn. Een voordeel kan zijn dat zij daardoor in totaal minder alcohol binnen krijgen. Het nadeel is uiteraard dat zij ook minder te eten krijgen. In de acht tot zestien uur na het verdwijnen van de alcohol uit de melk drinken kinderen dan meer en/of vaker om het gemis te compenseren.

Melk met alcohol

De hoeveelheid alcohol is moedermelk is gelijk aan de hoeveelheid in het bloed van de moeder. Het alcoholgehalte in moedermelk stijgt en daalt precies gelijk met de stijging en daling in haar bloed.  In afgekolfde melk blijft het alcohol gehalte gelijk bij bewaren. Het afkolven van melk laat de alcohol niet sneller verdwijnen uit de melk in de borst, want de nieuwe melk die wordt gemaakt heeft opnieuw hetzelfde alcoholpromillage als het bloed.

Wat de baby dus drinkt is niet een glas wijn met een bepaald alcohol percentage (delen per honderd), maar melk met een alcohol promillage (delen per duizend). Het drinken van een standaard glas alcoholische drank levert (bij een vrouw) een alcoholpromillage van ongeveer 0,5 en dus ook 0,5‰ alcohol in de moedermelk. Dat wil zeggen dat er per liter melk een halve milliliter alcohol in zit.  Nou drinkt een baby geen liter melk in een keer, maar misschien maar 100 – 150 ml. Dat betekent dat hij daarmee, als zijn moeder net een glas bier (of een standaard glas wijn) op heeft, een kwart of 3/8 ml alcohol binnenkrijgt. In een milliliter passen 20 druppels, dus meer dan enkele druppels alcohol krijgt het kind niet binnen.

Tijd

Het kost de hoeveelheid alcohol uit een standaard consumptie ongeveer twee tot drie uur om volledig uit het bloed en dus uit de melk te verdwijnen. Hierbij moet elke consumptie apart te worden berekend. Dus na één glas twee uur, na twee glazen vier uur, na drie glazen zes uur, enzovoorts. Wanneer er voedingen moeten worden overgeslagen, krijgt de baby vooraf gekolfde melk en moet de moeder afkolven en die melk wegdoen. De melk bewaren zal het alcoholgehalte niet verlagen.

Risicobepaling

Wie een enkel keertje een enkel glas alcohol drinkt, hoeft eigenlijk geen speciale maatregelen te nemen en kan gewoon de baby voeden. Mogelijk drinkt de baby wat minder, maar dat zal hij de volgende voedingen inhalen. De hoeveelheid alcohol in de melk is te weinig om tot schade te leiden. Wie echter met regelmaat alcohol drinkt en/of meer dan 1 consumptie tegelijk kan beter wel de wachttijd van 2 uur per alcoholische consumptie in acht nemen. Het is over het algemeen niet nodig de melk te testen op alcoholgehalte. Gewoon het aantal consumpties en het aantal uren wachttijd tellen volstaat.

Herhaalde blootstelling aan kleine hoeveelheden alcohol of blootstelling aan hoeveelheden vanaf 0,5‰ geeft merkbare effecten bij de baby, zoals slaperigheid, sufheid en mogelijk achterblijvende groei. Kinderen die worden gevoed door moeders die dagelijks meer dan 2 alcoholische consumpties gebruiken kunnen, naast slaperigheid en sufheid, ook slapeloosheid, onrust en woede aanvallen toevallen krijgen.

Overigens is bij deze mate van alcoholgebruik de vraag of de moeder in staat mag worden geacht tot verantwoordelijk ouderschap wellicht van evengroot of groter belang dan de vraag hoeveel alcohol het kind daadwerkelijk binnenkrijgt.  Wie van plan is flink uit haar dak te gaan zorgt bij voorbaat voor gekolfde melk en een verantwoordelijke nuchtere oppas tot na volledige ontnuchtering.

En zo: rookgordijn

Borstvoeding geven is een normale, aangeboren lichaamsfunctie, die net als sommige andere normale functies even moet worden geoefend om het goed onder de knie te krijgen. Niet dat die borst letterlijk onder de knie moet komen, dat zou het maar onnodig moeilijk maken en dat willen we niet. Borstvoeding willen we niet extra moeilijk maken. Toch? ’t Is voor veel moeders al moeilijk genoeg. Toch? Feit is dat borstvoeding voor veel moeders met de beste bedoelingen (daar ga ik dan toch maar van uit) onnodig en soms onmogelijk moeilijk wordt gemaakt.

Ergens, ooit, heeft zich de publieke mening in het openbare bewustzijn genesteld dat Borstvoeding Iets Heel Bijzonders is. En ook nog Iets Heel Moeilijks. We beginnen met te doen alsof borstvoeding geven en krijgen heel erg privé en intiem is. Iets wat je niet in het openbaar doet, iets dat absoluut niet salonfähig is. Maar daar ga ik het nu niet meer over hebben, dat werd eerder al behandeld. Er zijn nog veel meer zaken die worden gebruikt om borstvoeding moeilijk te maken. Gebrekkige (ontoereikende, onvolledige en onjuiste) informatie is het beginpunt, want hoe minder betrouwbare informatie een moeder heeft wanneer zij met borstvoeding begint, hoe moeilijker het wordt. Over hoe het zit met de informatie die ouders van zorgverleners horen en verwachten te krijgen werd (onder andere) besproken in Professioneel.

Slinkser en met haast nog meer impact op de moeilijkheidsgraad zijn de dit-mag-niet’s en dat-moet’s die circuleren in kringen van moeders en begeleiders. Er zijn nogal wat dingen die een voedende moeder volgens de dat-weet-iedereen-regeltjes perse moet en absoluut niet mag. Wanneer we die regeltjes eens degelijk bestuderen blijkt dat het gros ervan op drijfzand is gebouwd. Dat drijfzand bestaat uit aannames, onbegrip en rookgordijnen. Laten we er eens een paar onder de loep nemen.

”Als je borstvoeding geeft mag je niet afvallen, want dan komen de in je vet opgeslagen afvalstoffen via je melk bij de baby.”

Het lijkt op het eerste gezicht logisch, want inderdaad worden veel afvalstoffen in lichaamsvet opgeslagen. In moedermelk zit vet dat uit de opgeslagen vetreserves van de moeder komt. Maar krijgt het kind dan die afvalstoffen niet juist als de moeder niet afvalt? Of zien die afvalstoffen de afdrijving aankomen en verstoppen ze zich snel in het vet dat naar de melk gaat? Afvalstoffen die vrij komen als er vet wordt afgebroken zullen in het systeem van de moeder komen en via de normale afvalverwerkingsroutes worden verwerkt. Moedermelk productie en uitscheiding is geen afvalverwerkingsroute. Er is dan ook geen enkel wetenschappelijk bewijs te vinden voor het verbod op afvallen als je borstvoeding geeft. Gewoon gezond eten en lekker bewegen en maximaal 500 gram per week afvallen, net als elk gewoon mens.

”Als je borstvoeding geeft moet je extra gezond eten.”

Deze is tricky, maar toch niet waar. Een moeder van jonge kinderen moet zo gezond mogelijk eten om voldoende energie en weerstand te hebben om goed voor haar kinderen te kunnen zorgen. Een voedende moeder hoeft maar een klein beetje meer te eten en voor de kwaliteit en hoeveelheid van haar melk maakt de kwaliteit van haar voedsel niet zo heel veel uit. Het huidige dieet van een moeder heeft wel enige invloed op de samenstelling van haar melk, maar dat verschil is marginaal.

”Als je borstvoeding geeft mag je allerlei eten niet eten en drinken niet drinken.”

In principe kan een voedende moeder net als elk normaal mens eten en drinken wat zij wil. De meeste darmproblemen van baby’s worden niet veroorzaakt door wat de moeder eet en drinkt, maar door de manier waarop de baby wordt gevoed. Het kan gebeuren dat een kind allergisch reageert op dingen die zijn moeder heeft gegeten. De moeder kan dan op dieet gaan en waarschijnlijk zal zij merken dat allerlei vage klachten die zij zelf had ook verbeteren. Moeders op voorhand al restricties opleggen in haar dagelijkse menu maakt het moederschap en borstvoeding geven onnodig moeilijk.

”Als je borstvoeding geeft mag je niet roken of drinken.”

Voor velen zal het een verrassing zijn dat ik deze ook bij de moeilijk makende fabels zet en toch zet ik ze erbij. Roken is voor niemand gezond, ook niet voor een voedende moeder. Roken in een huis waar een baby woont, welk voedsel die baby ook verder krijgt is risicoverhogend gedrag. Voor een kind kan dat leiden tot meer luchtwegproblemen en het verhoogt de wiegendoodkans. Kinderen die wonen in een huis waar wordt gerookt en ook kunstvoeding krijgen lopen dubbel risico. De risico’s van meeroken zijn groter dan die van moedermelk met nicotine. Alcohol komt in moedermelk in exact dezelfde hoeveelheid als in het bloed van de moeder. Hoewel een jong kind alcohol slechter kan verwerken dan een volwassene is er heel erg veel melk met alcohol van een matig drinkende moeder nodig om tot effect te leiden. En om haar melk een gevaarlijk hoog alcoholgehalte te geven moet moeder zich zo dronken drinken dat haar rijbewijs direct zou worden ingenomen bij controle. In dat geval is zij, welke voeding ze ook geeft, sowieso niet tot verantwoord moederschap in staat.
Borstvoeding geven op zich kan al moeilijk genoeg zijn, laten we geen rookgordijnen optrekken, waardoor zij haar borst en haar kind niet meer bij elkaar kan brengen.

Genotmiddelen

Freddie Highmore als Charlie Bucket en David Kelly als Grandpa Joe genieten in  Charlie and the Chocolate Factory (2005) van chocolade en de sprookjesachtige chocoladefabriek van Johnny Depp als Willy Wonka

Het woord genot heeft allerlei betekenissen, waarvan een flink deel valt in de categorie plezierige ervaringen, maar een deel gaat ook over bezit. Bezit kan natuurlijk ook genieten zijn, of als genotmiddel fungeren. Toch verstaan we onder genotmiddelen meestal wat anders. Een genotmiddel is iets dat genot verschaft. In de nauwere betekenis gaat het om stoffen die worden gegeten, gedronken, gespoten of gesnoven ten einde in het lichaam of de geest aangename fenomenen te genereren. Dat kan gaan om alledaagse dingen als chocolade en koffie, over alcohol, nicotine of hasj en marihuana, over paddenstoelen, padden, cocabladeren, opium, heroïne, cocaïne, of medicijnen. Door de eeuwen heen en over de hele wereld is de vindingrijkheid van de mens om middelen te vinden om genot te schenken onvoorstelbaar groot. Ook in de dierenwereld is het bekend dat sommige van een borreltje, in de vorm van gegist overrijp fruit, houden. Behalve een flinke kater de volgende morgen houden die dieren er over het algemeen niets aan over. Het overkomt ze dan ook gewoonlijk maar een keer per jaar. Mensen zijn daarentegen vaak geneigd het te overdrijven en het dagelijks te herhalen, soms zoveel dat hun normale leven eronder lijdt.

Sommige genotmiddelen kunnen, met mate genoten, ook positieve gezondheidseffecten hebben. Cafeïne en alcohol hebben invloed op de bloedsomloop en de bloeddruk, chocolade kan helpen neerslachtigheid te verlichten. Chronische pijn patiënten kunnen baat hebben bij een dagelijkse joint. Maar zonder uitzondering hebben alle genotsmiddelen ongewenste bijwerkingen, tijdens het genot en/of daarna. Sommige direct en al bij een enkele keer gebruiken, andere pas na intensief langdurig gebruik. De werkingen en bijwerkingen zijn afhankelijk van de stof, van de dosis en frequentie en duur van gebruik, van de leeftijd en algehele conditie van de genieter. Genot door middelen komt altijd met een prijskaartje eraan. Dat prijskaartje wordt verdubbeld als de genieter een onvrijwillige meegenieter heeft, zoals tijdens zwangerschap en lactatie.

Tijdens de zwangerschap delen moeder en kind het bloed. De placenta wordt vaak gezien als een filter, terwijl het eerder een grove zeef is: er gaat meer doorheen dan er wordt tegengehouden. Omgekeerd denkt men vaak dat moedermelk een soort bloed is zonder kleurstof en dat alles wat moeder in haar bloed heeft automatisch in haar melk zit. In feite is de scheiding tussen de bloedbaan en de melk geen zeef, maar eerder een heel fijn filter. Veel stoffen passen er niet doorheen omdat de moleculen te groot zijn. Vervolgens is wat er in de melk zit niet wat het kind in zijn bloed krijgt. Veel stoffen worden in het spijsverteringsysteem grondig afgebroken en komen niet in de bloedbaan terecht. Wat wel overgaat in het bloed zorgt daar voor een veel lagere concentratie dan die in het bloed van de moeder. Zo is van veel medicijnen bekend dat de dosis die een kind krijgt via moedermelk maar maximaal rond de 1% is van wat de moeder krijgt. Dat is over het algemeen te weinig om klinisch significant te zijn, ofwel te weinig om te werken of bijwerkingen te veroorzaken.

Bij het bepalen of het genot van een middel kan samengaan met borstvoeding moeten de risico’s van het middel voor het kind worden afgewogen tegen de risico’s van geen borstvoeding of onderbroken borstvoeding. De risico’s van geen borstvoeding zijn bekend en goed onderzocht, en worden steeds meer bekend een beter onderzocht. De risico’s van veel medicijnen zijn voornamelijk theoretisch en weinig onderzocht. Datzelfde geldt in grote mate voor veel genotmiddelen, maar sommige zijn wel degelijk gevaarlijk. Stoffen die zich binden aan vet of vetoplosbaar zijn, gaan makkelijk over in moedermelk en kunnen daar een concentratie bereiken die hoger is dan die in moeder’s bloed. Vetoplosbare stoffen passeren bij het kind vaak ook makkelijker de bloed-hersenbarriere. Met name voor genotmiddelen  is het een minder goed idee om de zich nog razendsnel ontwikkelende hersenen van een baby daaraan bloot te stellen.
Over het algemeen wordt gesteld dat moeders die verslaafd zijn aan het een of andere genotmiddel, beginnend met alcohol en oplopend via soft- naar harddrugs, geen borstvoeding mogen geven. Aan de andere kant kun je overwegen dat een kind dat verslaafd ter wereld komt doordat zijn moeder tijdens de zwangerschap bleef gebruiken, cold turkey moet afkicken als na het afnavelen zijn toevoer wordt drooggelegd. Er zijn deskundigen die stellen dat dat afkicken zachter zal verlopen als hij een lager dosis van zijn genotmiddel krijgt via moedermelk. Maar een veel belangrijker vraag is of die verslaafde vrouw wel in staat is tot verantwoordelijk moederschap. Is zij altijd helder genoeg om te herkennen wanneer haar baby haar nodig heeft, eten nodig heeft, zorg nodig heeft? Zal de zorg en verantwoordelijkheid voor haar kind in staat zijn een hogere prioriteit te krijgen dan haar volgende dosis?

Ook bij minder extreme genietende moeders worden alom vraagtekens gezet. Hoeveel koffie mag je drinken als je borstvoeding geeft? Mag je een sigaretje roken als je het niet doet waar je kindje bij is? Mag je wel eens een wijntje drinken of een avondje uit je dak gaan? Mag je in het weekend eens een recreatief jointje roken of een lijntje snuiven? Alles ja? Alles Nee? Het ene wel, het andere niet? Zoveel vragen dat het genieten van kind en borstvoeding sommige moeder’s vergaat en het hele idee van borstvoeding van de hand doen. Dat is jammer en het hoeft niet zo ingewikkeld te zijn. Om te beginnen mag je je eigen gezonde verstand gebruiken. Goede informatie zoeken, uit betrouwbare bronnen en goed gefundeerd en van alle kanten bekeken kan helpen. Dan nog eens je eigen gezonde verstand gebruiken.

Ten eerste moet je je realiseren dat genotmiddelen die je bewustzijn veranderen ervoor zorgen dat het niet meer de vraag is of je melk geschikt is, maar of je zelf in die conditie geschikt bent. Dus als je overweegt om dronken, stoned of high te worden of met pillen te gaan partyen, kun je beter van te voren zorgen dat er een goede verzorger voor je kind is terwijl jij aan het genieten bent. Als je weer bij zinnen bent, kun je weer moeder worden en is waarschijnlijk de meeste schadelijkheid wel weer uit je melk. Denk er wel om dat je gedurende de tijd dat je geen borstvoeding geeft wel moet kolven om geen borstontstekingen te krijgen of je melk kwijt te raken. Als je zorgt voor een voorraad gekolfde melk in de vriezer, kan je je kind zijn eigen genotmiddel blijven genieten.

Voor koffie en alcohol geldt: alles met mate. Een enkel glaasje alcohol kan geen kwaad, zolang het geen regelmaat wordt en het bij dat ene glaasje blijft. Wordt het een dagelijkse gewoonte of meer dan dat ene drankje, reken dan per gedronken glas twee uur om de alcohol weer uit je bloed en uit je melk te krijgen. In die tijd voed je je kind of laat je het voeden met je van te voren gekolfde melk en zelf kolf je en gooi je je melk weg tot de wachtperiode over is. Let op: het gaat per gedronken glas, dus als je twee glazen achter elkaar naar binnen kiept, moet je evengoed vier uur wachten. (Sommigen houden drie uur per consumptie aan).

Roken is een moeilijker te vatten probleem. Nicotine en de verbrandingsafvalstoffen van het roken gaan over in de melk en zijn voor het kind net zo min gezond als voor de moeder. Maar mogelijk is het inademen van de rook van de sigaret die iemand in zijn omgeving rookt schadelijker dan de stoffen die hij via de melk in zijn maag krijgt. Naar alle waarschijnlijkheid is de melk van een rokende moeder nog steeds een kleiner gezondheidsrisico dan een niet-menselijke, industrieel vervaardigde melk. Rokende ouders moeten er wel rekening mee houden dat het bed delen risicoverhogend is.

Het laatste woord is er nog niet over gezegd.  Ik zou zeggen: geniet vooral van het moeder zijn, van je kind en van borstvoeding geven, maar rook, drink, blow en snuif toch maar met mate. Of stel het even uit, want de periode van onthouding is op een mensenleven niet zo lang.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.