Geplaatst op 2 Reacties

Waar hebben we het eigenlijk over

Een aanzet tot een consistente terminologie voor het vakgebied ‘’menselijke lactatie en borstvoeding’’. Lezers, zowel professionals als ouders worden van harte uitgenodigd om over dit onderwerp mee te denken en hieronder hun commentaar te geven.

Een aanzet tot een consistente terminologie voor het vakgebied ‘’menselijke lactatie en borstvoeding’’. Deze keer in geschreven woorden
Onderstaande blogs verschenen eerder (2012 en 2013)

Woordgebruik

Krogh C, Biggar RJ, Fischer TK, Lindholm M, Wohlfahrt J, Melbye M (2012): Bottle-feeding and the Risk of Pyloric Stenosis. Pediatrics 2012; 130:4 e943-e949; September 3, 2012. DOI: 10.1542/peds.2011-2785.
Scarlett Johansson als Charlotte en Bill Murray als Bob Harris  in Lost in Translation

Mijn oog viel op een berichtje over pylorusstenose, ofwel een vernauwing (stenose) van de pylorus (maaguitgang naar de darm). De titel ‘Flesgevoede baby’s lopen meer risico op maagvernauwing’ was keurig overgenomen van de titel van de studie waarover het berichtje ging. Hoewel ik al erg blij was dat er niet iets was geformuleerd over beschermende borstvoeding, dekte deze formulering ook niet de lading. Het is namelijk niet de toedieningswijze in dit geval die het risico bepaalt, maar wel degelijk de soort melk. Flesvoeding is een verdoezelende term die wordt gebruikt omdat men ‘kunstvoeding’ of ‘kunstmatige zuigelingenvoeding’ zo naar vindt klinken. ”Het klinkt zo .. nou, ja … kunstmatig” zoals een moeder mij eens toevertrouwde.

Tsja.

Flesvoeding geeft echter niet het soort voeding aan, maar enkel de toedieningswijze. In die fles kan van alles zitten: moedermelk, poedermelk, koemelk, limonade, water. In de tekst van het onderzoeksartikel wordt wel duidelijk gemaakt dat kunstvoeding wordt bedoeld en het had het goede artikel meer recht gedaan als dat in de titel ook zo was geweest.

Het artikel van Krogh et al (2012) was er één uit een serie op basis van een heel groot cohort onderzoek naar pylorusstenose in Denemarken. Bij een aantal complete jaargangen Deense baby’s werd gekeken naar de incidentie van operaties voor het herstel van maaguitgang vernauwingen en factoren die op het ontstaan van de noodzaak voor die operaties invloed leken te hebben. Daaruit bleek bijvoorbeeld een aangeboren component zoals aanleg en geslacht (veel meer jongetjes dan meisjes lijden er aan) en diverse omgevingsfactoren, zoals soort voeding. Bij kinderen die vroegtijdig overgingen van borst- naar kunstvoeding werd het verhoogde risico al een maand na de overgang meetbaar.

Ging het in dit onderzoek om de soort voeding die de kinderen krijgen en verandering van risico, er zijn ook risico’s die samenhangen met de toedieningswijze. Kinderen die vaak of uitsluitend op spenen zuigen (van een fles of voor de fop) en extreme duimzuigers hebben een verhoogd risico van veranderingen in de anatomie van de kaken, mond- en neusholte en het aangezicht. Deze veranderingen kunnen op hun beurt weer leiden tot verhoging van de kans dat later orthodontie of logopedie nodig is. Door de veranderde verhoudingen in de mond- en neusholte en de vaak bij speen- en duimzuigers voorkomende open mond gewoonte kunnen er veranderingen optreden in de manier van ademen en is er een verhoogd risico van middenoorontsteking.

Duidelijk woordgebruik voorkomt misverstanden en maakt in één oogopslag duidelijk waarover het gaat. Zonder dat er betekenis of bedoeling verloren gaat in de vertaling.

Over de invloed van drink- en zuiggedrag bij zuigelingen en de invloed op directe en latere gezondheid is veel informatie te vinden op de site van Dr. Brian Palmer†, DDS: http://www.brianpalmerdds.com

Woorden

Een op zich heel lief twitter berichtje trok mijn aandacht en gaf me inspiratie om maar weer eens te schrijven over woordgebruik en naamgeving. Iemand meldde dat in haar vriendinnenkring in de afgelopen twee weken drie baby’s waren geboren. Ze was erg blij dat alle drie de kindjes borstvoeding dronken. Ik moet me bij zo’n bericht echt bedwingen om niet gelijk met mijn schooljuffen vingertje omhoog te reageren. Want terecht is ze blij dat alle drie die kindjes borstvoeding krijgen en heel goed dat ze die blijheid met iedereen deelt. En grandioos dat die nieuwe moeders een steunende vriendin hebben. Dus ik wil haar blijdschap niet minimaliseren of bederven door daar weer eens betweterig op te reageren. Maar o, wat is het moeilijk om zoiets voorbij te laten gaan. En het gaat zo vaak op die manier. Moeders die trots vertellen dat ze zo en zo veel borstvoeding hebben gekolfd. Het schuurt elke keer langs mijn tender spots in het taalgebied van mijn hersenen. En de tender spot van mijn lactatiekundige hersendelen. Daarom gooi ik er vandaag nog maar een keer een lesje terminologie tussendoor.

Binnen het brede onderwerp zuigelingenvoeding, borstvoeding en menselijke lactatie bestaan een heleboel begrippen en woorden, die soms door elkaar gebruikt worden. Het is een complex geheel van woorden, begrippen, invullingen, opvattingen en ideeën. Woorden hebben soms niet alleen een betekenis, maar ook een gevoelswaarde. Sommigen woorden geven aanstoot voor sommige mensen en sommige woorden kunnen een verdoezelende werking hebben. Dat maakt het soms extra moeilijk om tot een juist woordgebruik te komen. ‘’Flesje’’, ‘’speentje’’ en dergelijke verkleinwoordjes verdoezelen, vergoelijken. Verkleinwoorden verschattigen de inhoudelijke betekenis. Aan de andere kant nemen mensen soms aanstoot aan een woord of begrip als kunstvoeding of kunstmatige zuigelingenvoeding, omdat ze dan het gevoel hebben hun kind met iets nepperigs af te schepen. (Anderen zullen daarop reageren met een ‘’en dat is ook zo’’.) Het woord kunstvoeding is een verkortte weergave van kunstmatige zuigelingenvoeding en dat betekent zoveel als een vervangingsproduct voor moedermelk dat niet direct uit een melkklier komt, maar kunstmatig is toebereid om gelijkenis met moedermelk te vertonen. In die zin is het woord kunstvoeding een heel accuraat woord, wat op zichzelf geen oordelende betekenis heeft.

Het gebruik van het woord flesvoeding in plaats van kunstvoeding werkt verzachtend of vergoelijkend voor de nare bijsmaak die mensen soms van kunstvoeding krijgen (‘pun’ een beetje ‘intended’). Het is tevens onjuist woordgebruik, want flesvoeding duidt een proces aan, een toedieningswijze, terwijl kunstvoeding een product weergeeft. Het is precies dezelfde omkering die mij zo kriebelde in het twitterbericht waarmee ik dit stukje begon. Ook daar worden product en proces verkeerd om gebruikt, door elkaar gehaald. Borstvoeding is iets dat je doet, je geeft, krijgt of neemt het, terwijl melk iets is dat je drinkt. Die drie voornoemde baby’s krijgen dus borstvoeding en drinken moedermelk. En als je kolft komt er moedermelk uit je borst en geen borstvoeding.

Dus kunstvoeding is een product, flesvoeding en borstvoeding zijn processen, toedieningswijzen. In die fles kan van alles zitten, waaronder moedermelk of kunstvoeding. Borstvoeding is niet alleen een kwestie van eten geven, dat is er maar een onderdeel van. Borstvoeding geven is een complex geheel van voeden, beschermen, koesteren en opvoeden. Als mensen borstvoeding willen vervangen, vervangen ze meestal alleen de melk en de toedieningswijze, niet al die andere dingen die borstvoeding ook is.

Dan hebben we nog het woord lacteren. Lacteren is het produceren van melk in de borsten. Meestal geven lacterende vrouwen ook borstvoeding, maar dat hoeft niet. Ze kunnen ook enkel kolven en die melk aan om het eender welk kind via een andere toedieningswijze (laten) geven. Aan de andere kant zijn er ook vrouwen die niet lacteren, maar wel borstvoeding geven. Deze vrouwen gebruiken een hulpmiddel om voeding (melk van een andere moeder of kunstvoeding) om het kind melk te laten drinken, terwijl ze dat kind aan de borst voeden. Alle andere dingen, behalve de melk, die borstvoeding ook is (de bescherming tegen ziekte uitgesloten) geven ze hun kind wel: de optimale ontwikkeling van de mond, kaken en gezicht, de koestering, de opvoeding. Een vrouw die wel lacteert, maar niet aan de borst voedt, geeft strikt gesproken geen borstvoeding, maar moedermelkvoeding.
Taal en woorden blijven ongewoon boeiend.

een overzicht

terminologie

2 gedachten over “Waar hebben we het eigenlijk over

  1. […] Waar hebben we het eigenlijk over? (over woorden voor borstvoeding en zo) […]

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.